‘Innovatie draagt bij aan de ontwikkeling van FC Twente’

Bewegingen en inspanningen van spelers van FC Twente worden gemeten door GPS-trackers. Deze zenders, die met een kledingstuk vast zitten op de rug van de spelers, meten elke stap en dus ook afstanden die spelers lopen. ‘Van tevoren bepalen we fysieke doelstellingen voor de spelers, zoals bijvoorbeeld het maken van meer sprintmeters’, aldus René Hoevenaar. ‘Deze meters houden we bij en kunnen we ook live op de iPad controleren. Tijdens, maar ook na de training wordt er geëvalueerd of aan de hand van de data de doelstelling is gehaald. We brengen alle belasting in kaart, dus ook van de wedstrijden in de Eredivisie. Zo meten we bijvoorbeeld het verschil in loopafstanden in de eerste en tweede helft, of maken we onderscheid tussen verdedigende en aanvallende afstanden.’

René Hoevenaar heeft al bij meerdere voetbalclubs in de keuken kunnen kijken. Na stages bij Sparta Rotterdam en Ajax heeft hij tijdens zijn Master in bewegingswetenschappen ook meerdere maanden bij PSV stage gelopen. Vorig jaar streek hij neer bij FC Twente. ‘Ik heb binnen FC Twente vooral veel contact met de medische staf en de fysiektrainer, Nick Segers. Met de medische staf zetten we bijvoorbeeld data in bij revalidatietrajecten van spelers voor de instroom naar de eerste selectie. Met de fysiektrainer heb ik vooral contact over trainingen. Nick is verantwoordelijk voor het fysieke programma van de spelersgroep. Hij is dus vooral bezig met wát de spelers gaan doen, terwijl ik meet of we dat daadwerkelijk hebben gedaan. Ik verzamel de data en toon daarmee de feitelijke belasting. Data liegt namelijk (bijna) nooit.

‘Het doel van een sportwetenschapper is discussies veroorzaken over allerlei zaken’, vervolgt Hoevenaar. ‘Deze discussies zorgen ervoor dat iedereen over een bepaald onderwerp gaat nadenken. Hierdoor kunnen we met elkaar de resultaten verbeteren en verdere oplossingen zoeken en toepassen. Sportwetenschap en innovatie draagt daardoor bij aan de ontwikkeling van FC Twente en het voetballand.’

Na de training worden GPS-trackers in een oplaadstation geplaatst, die verbonden zijn met de computer van René. ‘PowerBI, de tool die we gebruiken, visualiseert de geregistreerde data. Hiervan maken we rapporten voor de trainers en spelers zodat ze altijd inzicht hebben in de prestaties. Het programma vergemakkelijkt ook het leggen van verbanden tussen data van spelers. Zo kan het de totaal gelopen kilometers van een speler vergelijken met hoeveel afstand hiervan op ‘high intensity’ was, oftewel hoeveel afstand met een veel hogere intensiteit of kracht wordt gelopen. Op deze manier krijgen wij een beter beeld van de intensiteit van een training en de belasting van een speler.’

Na het inladen van alle data bekijkt René ook de data van de vorige training. ‘We houden alla data structureel bij. Hiermee kunnen wij ook de ontwikkelingen op lange termijn in kaart brengen en naar ze opsturen. Uiteindelijk staat presteren, maar ook het ontwikkelen van spelers, centraal bij FC Twente. We zitten in een omgeving waar je elke dag een stap vooruit moet maken. Dat eisen we van onze spelers en dus ook van onszelf.’

We zijn constant op zoek naar slimme manieren om te blijven innoveren. Dit doen we bijvoorbeeld ook in samenwerking het ROC van Twente, Saxion en met Universiteit Twente, waar we samen met studenten bijvoorbeeld nieuwe technieken ontwikkelen voor data-analyse. Hierdoor kunnen we nóg meer kwaliteit leveren op het gebied van data.’