TOS Businessclub | Uitgelicht: Geert Wubben van Pontus HeatTreatment
TOS Businessclub zet elke twee weken de spotlight op een van haar leden. Wat drijft ze, wat maken ze zoal mee en wat doen ze eigenlijk precies? Deze week is Geert Wubben aan het woord, eigenaar van Pontus Heat Treatment.
Geert Wubben (Pontus HeatTreatment) over schaatsen en vliegtuigen
‘Heel eerlijk? Eigenlijk ben ik niet zo van de techniek’, bekent Geert Wubben, ontspannen achteroverleunend in zijn stoel, ‘maar op een gegeven moment begon het toch te kriebelen.’ We zitten in zijn kantoor van waaruit hij leiding geeft aan Pontus, toepasselijk gevestigd aan de Thermen in Enschede. Pontus is namelijk gespecialiseerd in warmtebehandelingen om metalen te harden. Geert: ‘Mijn vader had met Pontus één doel en dat was het topsegment bedienen. Toen ik het bedrijf in 2006 overnam, wilde ik daar een nieuwe boost aangeven. Het binnenhalen van de vliegtuigindustrie leek me een logische keuze om dat te verwezenlijken.’
Techniek is nog steeds niet zijn specialiteit, maar leidinggeven wel. Inmiddels vinden de door Pontus geharde onderdelen moeiteloos hun weg naar de Champions League van de industrie. Lees: vliegtuigbouwers over de hele wereld én ASML. En ten opzichte van 2020 is Pontus met 100% gegroeid.
Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
‘Als je het topsegment wilt bedienen moet je met wat extra’s komen. Wij harden de onderdelen van de klant daarom volgens een door onszelf ontwikkelde Special Bright-methode. Dat houdt in dat je er geen vingers op ziet en dat het materiaal niet verkleurt. Het mooie blijft mooi. We zijn bovendien Nadcap-gecrediteerd. Alleen de beste bedrijven in de wereldwijde toeleverketen voor de vliegtuigindustrie komen daarvoor in aanmerking. De kwaliteit van wat we leveren, is dus hoog. Nog een branche die dat kan waarderen en waar we veel opdrachten van krijgen, is de professionele schaatswereld.’
Wat vind je het leukst aan het ondernemerschap en waarom?
‘De vrijheid die je hebt als ondernemer vind ik heel erg belangrijk. En ik hou van nieuwe dingen. Als het routine wordt, haak ik af, maar daar is hier geen sprake van. Dat is tegelijkertijd een valkuil, het werk gaat altijd maar door, ook ’s nachts en in het weekend. Toen ik hier net leiding gaf, ging het na een halfjaar mis en kreeg ik een burnout. Ik heb echt moeten leren om af en toe uit te gaan en niet mijn mail checken of de telefoon op te nemen. Maar ja, op het moment dat er een nieuwe klant binnenkomt, sta ik al te juichen en ben ik in mijn hoofd al twee stappen verder. En dat is óók goed. Als ik dat gevoel niet meer zou hebben, kan ik de toko beter verkopen.’
Waar zit de grootste uitdaging van jouw werk?
‘Dat is de logistiek: 70% van wat we doen, is zorgen dat de logistieke stroming werkt, slechts 30% is proces. Het is een van de redenen dat we bestaansrecht hebben. Ter illustratie: onze grootste concurrent is een internationaal, beursgenoteerd bedrijf. Dat is indrukwekkend, maar we nemen regelmatig klanten van hen over. Wij hebben onze planning namelijk zo ingericht dat we snel kunnen schakelen. We zitten aan het eind van het maakproces, dus dan bellen ze en moet het met een paar dagen klaar. Prima, dat gaan we regelen. Dat is onze kracht. Ik zeg wel eens gekscherend dat warmtebehandeling een bijproduct is van wat we eigenlijk doen.’
Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst?
“Groei!’, reageert Geert direct, ‘want het is gruwelijk druk. We werken voor veel klanten die onderdelen leveren aan ASML en dat is echt booming. En met een paar man erbij zou ik ook nog wel meer klanten willen in de vliegtuigindustrie. Dat zijn weliswaar vaak langdurige voortrajecten, want die hele kwalificatie vergt veel tijd en papierwerk. Maar als we zo’n opdracht eenmaal binnen hebben, zitten we de komende 30 jaar goed. Sommige vliegtuigonderdelen harden we hier al sinds 1995, bijvoorbeeld voor de Airbus A330 en A340. De A340 is een paar jaar geleden vernieuwd, dus het was even spannend of het onderdeel ook daarin zou zitten, maar dat was gelukkig het geval.’
Jij bent geboren naast het PSV-stadion. Hoe beland je dan bij FC Twente?
‘Om te beginnen: ik ben niet zo’n voetballer, ik ben een hockeyer. Maar om je vraag te beantwoorden: we woonden op 15 minuten fietsen van het PSV-stadion af en we keken altijd voetbal. Mijn moeder is megafanatiek. Maar toen ik 15 jaar was, besloot mijn vader te solliciteren bij de Universiteit Twente. Halverwege het schooljaar verhuisden we naar Enschede. Ik dacht: zo gauw ik kan, ben ik hier weer weg. En inderdaad, ik ging studeren in Wageningen, vertrok voor mijn studie naar Portugal, ontmoette daar mijn vrouw en samen gingen we wonen in Wageningen. Maar ja, Pontus zat in Enschede. Lang verhaal kort: we verhuisden naar De Lutte en daarna naar Hengelo. Met heel veel plezier moet ik zeggen. Twente als regio is onder mijn huid gaan zitten. Het stedelijke van Enschede, het dorpse van Hengelo, de omgeving, de mensen... Of je nou wilt of niet: je wordt vanzelf Tukker en FC Twente hoort daar dan bij.’