TOS Businessclub | Uitgelicht: Martijn Meulenbroek van Meulenbroek Machinebouw
TOS Businessclub zet elke twee weken de spotlight op een van haar leden. Wat drijft ze, wat maken ze zoal mee en wat doen ze eigenlijk precies? Deze week is Martijn Meulenbroek aan het woord. Hij is mede-eigenaar en directeur van Meulenbroek Machinebouw.
Martijn Meulenbroek (Meulenbroek Machinebouw): 'Wij pushen niet op groei, wij willen gewoon een mooi bedrijf hebben.'
Bij Meulenbroek maken ze perscontainers. En goeie ook, want de Enschedese perscontainers staan in Frankrijk, Curaçao, Cyprus, Japan en Saudi-Arabië. Om er maar een paar te noemen. ‘Het leuke is: we bestaan al meer dan 40 jaar, doen wereldwijd zaken, maar hebben geeneens een verkoopteam’, lacht Martijn Meulenbroek. ‘Hier werken alleen maar technische jongens die gek zijn op het product en die op innovatief gebied proberen dingen toe te passen. Dat blijkt voldoende te zijn. Er ligt nu zelfs een order vanuit de Fiji-eilanden. En ook op het Robinson Crusoe-eiland, ten westen van Chili, staat een machine van Meulenbroek. Ja, dat is wel tof.’
Meulenbroek is een familiebedrijf. Kreeg jij de keus om erin te stappen of niet?
‘Zeker! Mijn vader wilde zelfs liever niet dat zijn zonen het overnamen, want een eigen bedrijf levert ook kopzorgen op. En inderdaad: je moet wel 45 gezinnen onderhouden en die verantwoordelijkheid voel ik wel. Maar toen mijn vader en oom in 2016 bezig waren met een eventuele verkoop van het bedrijf, besloten mijn broertje en ik ervoor te gaan. We hebben beiden ander werk gehad, maar elke keer dachten we: wat hebben we met Meulenbroek eigenlijk een mooi bedrijf qua team, collega’s, product en klantenbestand. Ik heb Werktuigbouw en Technische Bedrijfskunde gedaan, dus de technische interesse was er wel. Maar ik haal de meeste voldoening uit het organisatorische, het dagelijkse bestuur. We hebben een prachtig mooi team van 45 man: jongeren, ouderen, een Oekraïner, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder jongens met een WIA en Wajong achtergrond die meer begeleiding nodig hebben… Op de een of andere manier is dit een goede combi. Pas hadden we een bedrijfsfeest en dan mengt dat allemaal door elkaar. Tijdens dit soort momenten realiseer je ook meteen dat dit een van de redenen is wat dit bedrijf zo mooi maakt.’
Wat is het meest bijzondere pers die hier uit de werkruimte is gerold?
‘Dat zijn er meerdere. Het is sowieso bijzonder dat je op verre locaties komt. We hebben heel veel klantspecifieke machines omdat we alles in eigen huis hebben: van ontwerp tot productie en service. Als ik dan een bijzondere pers moet noemen, dan is dat stationaire pers die rondvaart op een boot. Die boot vaart op de Friese meren langs alle eilanden om de afvalcontainers te ledigen. En laatst hebben we de eerste perscontainer gemaakt in combinatie met zonnepanelen. Daar zijn wij ook trots op.’
Staat de allereerste pers die jullie hebben ontworpen nog in de catalogus?
‘Het zal niet de allereerste perscontainer zijn, maar we hebben wel een machine die al 35 jaar oud is. Dat zegt iets over de kwaliteit ervan. Afval kan namelijk best agressief zijn. Wij gebruiken daarom het dikste plaatmateriaal dat er is en dat levert een duurzame machine op. Na 15-20 jaar komt zo’n machine meestal terug bij ons voor reparatie of renovatie. Dankzij het modulaire ontwerp kunnen we ‘m dan weer een tweede of zelfs derde leven geven. Hij ziet er dan uit als nieuw en je kunt er weer flink wat jaren gebruik van maken.’
Een duurzame insteek dus.
‘Ja, duurzaamheid zit in elk onderdeel van ons bedrijf. Dat begint met ons product. Perscontainers reduceren de CO2-uitstoot met 80%, want door afval samen te persen zijn er 80% minder vervoersbewegingen nodig. Het ontwerp en de modulaire bouw zorgen er vervolgens voor dat ook de perscontainer zelf zo lang mogelijk meegaat of dat onderdelen hergebruikt kunnen worden. Verder hebben we in ons pand ledverlichting en zijn wij in ons stroomverbruik geheel zelfvoorzienend via onze zonnepanelen. En ook op personeelsvlak draait het om duurzaamheid.’
Leg dat eens uit?
‘We hebben hier bijvoorbeeld een werknemer en toen hij net bij ons kwam werken, konden we ‘m niet alleen laten. Hij had intensieve begeleiding nodig. Inmiddels werkt hij hier zeven jaar. Hij helpt bij de afmontage, doet laswerk en draagt echt z’n steentje bij. Het is fantastisch om te zien hoe zo’n jongen zich binnen onze muren heeft ontwikkeld. Dat vraagt wel wat van je organisatie en je mensen. Maar wij vinden dat als je iemand laat komen − vanuit het Werkplein Twente, een opleiding of via IKBINDR zakelijk − je daar ook energie en toewijding in moet stoppen. Onze chef werkplaats geeft hen alle gelegenheid om hun plek te vinden hier en zich te ontwikkelen. De rest van het team ondersteunt dat. Dat komt denk ik ook omdat wij als directie niet zitten te pushen. Het gaat ons niet om groei; wij willen gewoon een mooi bedrijf hebben.’