TOS Business

TOS Businessclub zet elke twee weken de spotlights op een van haar leden. Wat drijft ze, wat maken ze zoal mee en wat doen ze eigenlijk precies? Deze week is Mirco Bergink aan het woord. Samen met zijn vrouw Marielle runt hij Grand (dorps)café Sprakel.

Mirco Bergink (Sprakel) – Van schilder naar horecaondernemer

“Hebben jullie volgende week tijd voor een nieuwe klus?” Na het bevestigende antwoord scheurt de baas van schilder Mirco Bergink weg in zijn Mercedes. Terwijl Mirco hem vanaf de steiger nakijkt, bedenkt hij: Wat hij kan, kan ik ook. Vanaf dat moment is het zijn droom om ondernemer te worden en het beste schildersbedrijf van Nederland te runnen. Hij blijft schilderen, maar begint ook met een opleiding in de avonduren; in zijn vrije tijd kelnert hij op feestjes en partijen. Maar dan komt eind 1998 café Sprakel te koop, hét dorpscafé in zijn woonplaats Lonneker. Hij kijkt zijn vriendin Marielle vragend aan waarop zij reageert: “Het is óf het schildersbedrijf óf dit en dan doen we het samen.” De rest is geschiedenis.

Waren er twijfels voordat jullie de sprong waagden?

Mirco: ‘Mijn moeder zei: “Je bent niet goed wijs.” Maar ze is hier elke dag om te helpen met de was en met opruimen. Mijn schoonvader was agrariër en waarschuwde ons: “Je bent óók in de horeca altijd aan het werk!” Maar wij waren jong en onbevangen, dus we zeiden tegen elkaar: “We proberen het gewoon 5 jaar. Als we failliet gaan, dan gaan we failliet.” Ik kon altijd terugkeren naar het schildersvak.’

Wanneer voelde je: dit wordt een succes?

‘We draaiden al drie maanden mee in het café toen we Sprakel op 1 januari in handen kregen. Die eerste nacht hielden we hier een Sylvesterparty. Als je na zo’n avond met de kassa onder je arm naar boven loopt – we woonden op de bovenverdieping – dan weet je als 25-jarige niet wat je overkomt. Het sterkte ons vertrouwen: dit gaat goedkomen. En inderdaad, we zaten alle weekenden vol, vooral met jeugd die kwam indrinken voor het stappen, en liepen gelijk al boven onze begroting uit. Het mooiste compliment krijgen we van onze kinderen die allebei een horeca-opleiding doen. Zij zeggen: “Wij willen Sprakel later van jullie overnemen, want het leven dat jullie leven, dat willen wij ook wel.”

En wat waren moeilijke momenten?

‘Dat was bijvoorbeeld het rookverbod in 2008. We dachten toen echt dat we daaraan kapot zouden gaan. Iedereen die hier ’s avonds kwam, rookte en die moesten we ineens naar buiten sturen. Dan moet je met wat nieuws komen. Al vrij snel bedachten we dat niet-roken en eten goed bij elkaar pasten. We besloten de openingstijd te vervroegen naar 17.00 uur, namen een kok in dienst en begonnen met een daghap voor een tientje. Binnen een half jaar namen we een tweede kok aan en na één jaar liepen hier drie koks rond. Inmiddels zijn we 7 dagen per week om 09.00 uur al open en kunnen gasten hier de hele dag eten, drinken en vergaderen. De twee vergaderruimtes zijn ook te boeken voor een besloten feest. We organiseren pubquizes, hebben een frietloket én een ijssalon. Het ijs maken we van melk van het vee van mijn ene zwager; runderhamburgers maken we van het vee van mijn andere zwager.’

Waar lunch, borrel of dineer jij zelf het liefst?

‘Overal, want wij gaan nooit naar hetzelfde. We rijden gerust naar Groningen of Brabant om te kijken hoe ze het daar doen. Ken je de Café top 100 nog? Dat boekje kwam elk jaar uit en lag steevast in de auto. Waren we onderweg, dan riepen de kinderen vanaf de achterbank al vrij snel: “Gaan we nog naar een cafeetje toe?” Zij wisten niet beter. Ergens anders je neus om de hoek steken is een goeie manier om ideeën op te doen. Niet alleen in Nederland, maar ook over de grens. Zo zijn we in Barcelona geweest om te zien hoe ze tapas serveerden, in Tel Aviv omdat ze daar heel ver zijn met vegan en in Engeland voor de gastvrijheid.’

Is de TOS of de Grolsch Veste voor jou een goede plek om te netwerken?

‘Ik ben in de eerste plaats lid van de TOS omdat ik een Twente-fan ben. Mijn opa nam mij en mijn vriendje Michiel al van kinds af aan mee naar het Diekman. We zaten dan in vak E op de marathontribune. Op een gegeven moment vroegen we opa of we naar vak PP konden verhuizen. Hij zei: “Dat vind je moeder niet goed”, maar de volgende keer had hij voor ons twee kaartjes voor vak PP. Hij zat dan gewoon in vak E. Dat hebben we een hele tijd zo gedaan. Hierna volgde de jongerenkaart, de Gouden Talenten en nu dus de TOS. Wat het netwerken betreft, zou ik eigenlijk meer naar de bijeenkomsten moeten gaan, want ik hou van gezelligheid. Maar mijn schoonvader had gelijk: je werkt in de horeca altijd en je kunt niet overal bij zijn.’

BarbaraTrienenPhoto 024A8432 TOS Sprakel0012 min
BarbaraTrienenPhoto 024A8488 TOS Sprakel0018 min

Meld je aan voor de FC Twente nieuwsbrief.